De merknaam mag niet lijken op de generieke naam van het geneesmiddel, ook wel International Non Proprietary Name (INN) genoemd, die door de World Health Organization (WHO) wordt toegekend. Bijvoorbeeld de merknaam CALCID voor een vitamine-D product zou worden afgewezen omdat “calci” de INN-stam is voor vitamine-D analogen zoals alfacalcidol, calcifediol, calcitriol. Andere INN-stammen zijn – azepam voor diazepam derivaten, -cillin voor antibiotica, -cort voor conticosteroïden etc.

De generieke naam mag door iedereen gebruikt worden om het geneesmiddel te benoemen en moet worden vrijgehouden. De merknaam waarop de merkhouder een monopolie heeft moet zo ver mogelijk uit de buurt blijven van de generieke naam. Naast de WHO kunnen ook nationale gezondheidsautoriteiten generieke namen goedkeuren zoals “British Approved Adopted Names” (BAN), “Japanese AdoptedNames” (JAN) of “United States Adopted Names” (USAN) en tegenwoordig zijn die bijna altijd identiek met de INN. Sommige landen hebben wettelijke bepalingen dat de generieke naam van een geneesmiddel een minimale grootte moet hebben op de verpakking of zelfs groter moet worden afgebeeld dan de merknaam. Er zijn ook landen die ernaar streven om alleen de generieke naam af te beelden en de merknaam op de verpakking af te schaffen.

In het proces van INN selectie worden de rechten van merkhouders volledig gerespecteerd. Gedurende een periode van vier maanden wordt een voorgestelde INN naam voor oppositie gepubliceerd en mogen merkhouders oppositie indienen. Ook doen in-house merkengemachtigden onderzoek naar de beschikbaarheid van een INN als de fabrikant een INN wil indienen bij de WHO. Het proces van indienen van proposed INN door de fabrikant, evaluatie door “WHO Expert Advisory Panel on the International Pharmacopoeia and PharmaceuticalPreparations”, publicatie voor oppositie en uiteindelijk goedkeuring van recommended INN duurt zonder tegenslagen gemiddeld twee jaar. Daarom dient dit proces ook tijdig te worden opgestart, parallel met het merkcreatieproces.